Het is u als lezer wellicht niet ontgaan: ik ga onze provincie tijdelijk verlaten om het ambt van burgemeester in het mooie Enschede te gaan waarnemen. Enschede, de krachtige hoofdstad van de prachtige regio Twente, oude industriestad, universiteitsstad en grensstad; Enschede, waar twintig jaar geleden de ons bekende Jan Mans de burgemeestersketen droeg, en zoveel jaren eerder mijn leermeester Philip Houben voorzitter was van het voormalig Gewest Twente.
Ik hoop ook invulling te geven aan een andere betekenis van waarnemen: de stad en haar inwoners daadwerkelijk zien, in mij opnemen, ervaren
Het woord ‘waarnemen’ betekent ‘zorgen voor, oppassen’. Zo wordt al snel gezegd dat je ‘op de winkel gaat passen’, zorgen dat de taken van een burgemeester niet in de lucht blijven hangen nu er een kortdurende vacature is ontstaan. Dat is een te smalle uitleg. Ik hoop namelijk ook invulling aan een andere betekenis van waarnemen te kunnen geven: de stad en haar inwoners daadwerkelijk zien, in mij opnemen, ervaren.
Want dat is zoals ik ook de afgelopen jaren heb geprobeerd het vak van bestuurder uit te oefenen. Ik keek, indien mogelijk, verder dan dossiers, zaken, problemen en stukken, en probeerde steeds de persoon achter de teksten waar te nemen, te zien, te ontmoeten. De overheid hoort steeds de mens centraal te stellen, en niet diens BSN-nummer, beeld of profiel. De unieke mens is belangrijker dan het systeem.
Te vaak helaas gaat de overheid uit van een ideaal menstype: dat van de zelfredzame, mondige burger. Meedoen aan de samenleving is de norm. De werkelijkheid is echter anders. Lang niet iedereen voldoet aan dat beeld. Mensen hebben vaak ondersteuning nodig, velen vinden de samenleving ingewikkeld en onbarmhartig, en hebben moeite mee te doen. Ook die burgers tellen voor mij volwaardig mee.
Ik vond het een voorrecht als Gouverneur zoveel Limburgers echt waar te nemen, vaak persoonlijk en individueel, meestal in verbanden van verenigingen, bedrijven of wijken/dorpen. Dat inspireerde mij, gaf mij kracht en voldoening. Ik voelde mij meer de Gouverneur van de Limburgers, dan van Limburg. En dat gevoel ervaar ik nog steeds als rijkdom, waar ik alleen maar dankbaar voor kan zijn. Ik wil u dan ook van harte bedanken; bedanken voor uw inzet voor mede-Limburg(ers), voor uw vertrouwen in mij, uw vriendschap, medewerking, en ook voor uw kritiek en commentaar.
Ik blijf met u verbonden, en zal velen in Limburg nog vaak waarnemen. Maar neem mij vooral niet kwalijk als ik mijn zintuigen nu in de eerste plaats ga inzetten om Enschede en haar inwoners waar te nemen. Ik zal mij volledig inzetten om voor die stad te zorgen en er goed op te passen, in het volle besef dat de stad uit 160 duizend mensen bestaat.
U hoort nog van mij!
Theo Bovens
(verscheen 30-9-21 in familiemagazine Nummer 1)