Niet lang geleden verbleef ik een aantal dagen in de Abdij van de Benedictijnen in Mamelis-Vaals. De weldadige stilte aldaar wordt een aantal malen per dag verbroken door het geluid van de kerkklokken die de monniken oproepen voor een getijdegebed of viering. En dat acht keer per dag, zeven dagen per week, jaar in, jaar uit, in deze abdij sinds 1923, honderd jaar. Je raakt als vanzelf onder de indruk van de trouw waarmee de leden van deze gemeenschap ‘getrouw’ hun plichten en werkzaamheden vervullen, conform de gelofte die men soms vele jaren geleden heeft afgelegd, ook aan elkaar.
Ik heb groot respect voor mensen die blijven staan voor hun zaak, hun opvatting, hun geloof, hun politieke keuze, hun principes.
Vrijwillig aangegane verplichtingen naar elkaar vormen de basis voor vele relaties, voor verbanden, verenigingen, vrijwilligerswerk of naoberzorg. Onze samenleving draait in hoge mate op vrijwillig aangegane verplichtingen naar de ander. Zou zo’n verplichting vrijblijvend zijn, verzwakt dat ons sociaal weefsel. En zouden door onverschilligheid geen verplichtingen aangegaan worden, komt er zelfs geen fatsoenlijk sociaal verband of netwerk tot stand.