Column

MINDER IK

Ze lachen je weer toe deze weken: de honderden kandidaten voor de verkiezingen voor de Provincie of het Waterschap. Soms alleen, dan weer in groepsverband, hebben ze zich laten fotograferen, en hun portretten ziet u in talloze folders, op driehoek-borden, gemeentelijke aanplakborden of advertenties in de media. En als u “geluk” heeft komt er een bewegend portret (filmpje) langs op uw tijdlijn, of in het reclameblok van de lokale omroep. En heel misschien ontmoet u een kandidaat in levende lijve, dan wel kent u haar of hem al persoonlijk. En al die mensen achter de beelden vragen u maar om één ding: geef mij uw stem!

Ik ben zelf overigens geen haartje beter: ook mijn gezicht (compleet met snor) lacht u toe, of komt in filmpjes langs, en ook ik vraag om uw stem.

Met die vraag is niks mis. Immers onze democratie gaat uit van de gedachte dat wij mensen uit ons midden afvaardigen naar een parlement om aldaar namens ons beslissingen te nemen. Hoe meer we onze vertegenwoordigers kennen en vertrouwen, hoe meer we ook hun besluiten kunnen respecteren. En dat ‘kennen’ start met een beeld, een portret dat we kunnen her-kennen. Maar daar mag het niet bij blijven. Het is belangrijk te weten waar dat gezicht voor staat, wat haar/zijn standpunten zijn, de overtuigingen. En ik vind het óók belangrijk te weten hóe iemand in de wedstrijd zit, het karakter, zaken als daadkracht, compassie en de stijl van samenwerken.

Ik las dat meer dan 75 procent van de Nederlanders zich ergert aan de stijl van politiek bedrijven die we dagelijks zien, niets moet hebben van geruzie, polarisatie, respectloos vergaderen. Dat zorgt mede voor het lage vertrouwen in politiek en bestuur. Bestuurders die geen zin hebben in die harde politieke arena, verlaten vroegtijdig het openbaar bestuur. We hebben daar in Limburg helaas recent ervaring mee. Aan de andere kant vragen de grote problemen waar wij nu mee worden geconfronteerd, zoals armoede, eenzaamheid, klimaat, vluchtelingen en de oorlog, juist om breed gedragen oplossingen, dus om méér samenwerking, om harmonieuze verhoudingen, om verbinding.

Het heeft dan ook iets dubbels: aan de ene kant heeft de Provincie behoefte aan bestuurders die willen samenwerken, die over tegenstellingen heen kunnen stappen, die compromissen kunnen sluiten, die meer van “wij” zijn dan van “ikke” ; aan de andere kant ziet en hoort u al die gemotiveerde en oprechte kandidaten die u in beelden en woorden komen vertellen dat juist zij de goede ideeën hebben, in elk geval betere ideeën dan die van andere partijen.

Ik ben zelf overigens geen haartje beter: ook mijn gezicht (compleet met snor) lacht u toe, of komt in filmpjes langs, en ook ik vraag om uw stem. Maar ik heb in deze tijd van reflectie (vasten) een extra vraag aan u, een extra hoop: kies in elk geval vrouwen en mannen die bruggen kunnen slaan, verbindingen kunnen leggen, geen ruzie zoeken, die weten wat samenwerken is, niet alleen tégen iets maar ook vóór iets zijn, die niet allen weten wat er fout maar ook wat er goed gaat, die draagvlak kunnen ontwikkelen, positief zijn ingesteld en collega’s en ambtenaren met respect behandelen. Als dát type politici wordt gekozen, gaan we een constructieve tijd tegemoet, groeit het wederzijds respect, en zal het vertrouwen in de toekomst van Limburg toenemen. Het woord is aan ú!

(verschenen als column in Familiemagazine Nummer 1, 1 maart 2023, foto: Leonard Walpot)

Previous Post Next Post

You Might Also Like