Onlangs was ik bij de viering van de Eerste Communie van mijn petekind. Het thema van die viering was: “je bent bijzonder”, waarbij die term op een speelse manier werd gemengd met het symbool van de bij. Voor deze column ga ik nu niet verder uitleggen wat een communiefeest is, hoewel ik besef dat steeds minder mensen vertrouwd zijn met de betekenis van dit voor katholieken zo belangrijk moment. Zoek het maar een keertje op!
Het is blijkbaar moeilijker om achter het uiterlijk van een mens diens innerlijk te zien. (…) Om achter een nummer of het dossier een mens van vlees en bloed te weten.
Wat mij in die viering bijzonder aansprak, en nog steeds stof tot nadenken geeft, is het opnieuw benadrukken dat geen enkel mens hetzelfde is, dat ieder mens uniek is. Dat is al een wonder in biologische zin, maar geldt ook in verstandelijke of geestelijke zin. Geen mens denkt of voelt hetzelfde als een ander. We hebben allen een eigen karakter, of in mijn terminologie: een eigen ziel. Helaas wordt dat unieke mensbeeld vaak verwaarloosd, onbelangrijk gevonden, of zelfs ontkend.
Het is immers voor ons zoveel gemakkelijker om mensen in groepen in te delen. Onze overheid bijvoorbeeld heeft al snel de neiging mensen en groepen over één kam te scheren. We delen mensen graag in verzamelingen in: buurten, gemeenten, sociale lagen, opleidingsniveaus, herkomst, inkomenscategorieën, gezondheid, leeftijd, geaardheid, geloofsovertuiging, huidskleur, politieke voorkeur en wat al niet meer zij. En zonder het wellicht te willen slaan we de ene groep hoger aan dan de ander, is de eigen groep meer favoriet dan de vreemde.
Het is blijkbaar moeilijker om achter het uiterlijk van een mens diens innerlijk te zien. Om in een groep de individuele leden te herkennen. Om achter een nummer of het dossier een mens van vlees en bloed te weten. En daarom is het vaak ook zo lastig om bij problemen de menselijke maat te hanteren, om uitzonderingen op regels te maken, om hardheidsclausules toe te passen. Liever verschuilen we ons achter het gelijkheidsdenken. Iedereen gelijk in plaats van iedereen gelijkwaardig.
Wees niet bang: ik pleit hier niet voor meer individualisme. Integendeel: juist in relatie met anderen komt het unieke van ieder persoon naar boven. Juist door oprechte aandacht te schenken aan één iemand kunnen velen zich gehoord voelen. Juist door één iemand te helpen, steun je een hele gemeenschap.
Deze gedachte past uitstekend bij de diverse bijzondere dagen in de lente: dodenherdenking (waar vaak in het verhaal van één slachtoffer alle slachtoffers een gezicht krijgen), 5 mei, de meivakantie, de kerkelijke feestdagen. Ze bieden immers allemaal gelegenheid om elkaar aandacht te geven, om samen dingen te ondernemen, en om daarmee de ander te laten weten dat die bijzonder is. Het zou mooi zijn als elke lentedag voor iedereen zo’n bijzondere dag wordt dat je je gezien, gehoord en gewaardeerd weet. Dat je bijzonder bent!
(verscheen 3 mei ook in Familiemagazine Nummer 1)